leren-met-je-handen-banner-2

Leren met je handen

Zoveel meer dan creatieve producten

Verf en klei zijn natuurlijk superleuk voor beeldende vorming of een creatieve middag, maar daar blijft het niet bij. Deze creatieve materialen stimuleren de ontwikkeling van (jonge) kinderen op een bijzondere manier. De creatieve ontwikkeling, sensomotorische en sociaal-emotionele vaardigheden bijvoorbeeld, worden gestimuleerd wanneer kinderen met klei of verf spelen. Dat is natuurlijk al heel wat. Maar wist je dat de inzet van klei en verf bij kernvakken het leerproces een flinke boost kunnen geven?

 

Ontdek de kracht van leren met je handen

De rol van de hersenen

Hoe zit dat? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat je hersenen direct en krachtig in verbinding staan met je handen. Je handen voelen en doen en je ogen zien. Dat wat je ziet en voelt wordt naar de hersenen gestuurd. Daar wordt deze informatie verwerkt. Je hersenen sturen daarna aan wat er moet gebeuren. Zie je bijvoorbeeld iets van tafel vallen? Dan zullen je hersenen je handen een signaal geven om het object snel vast te pakken. De ontwikkeling van de hersenen heeft dus een grote invloed op de ontwikkeling van de oog-handcoördinatie en andersom.

Jonge kinderen zijn nog niet ‘links’ of ‘rechts’. Ze behandelen hun armen en benen als gelijkwaardig en ze bewegen die vaak min of meer symmetrisch. Tussen het 6de en 8ste levensjaar komt daar verandering in. De hersenen zijn zover ontwikkeld dat de hersenhelften zich gaan specialiseren, maar ook leren samen te werken. Hierbij wordt een van de hersenhelften vaak dominant. Dat geldt ook voor de armen, benen en handen. Kinderen krijgen voorkeur voor hun linker- of rechterhand. Die ‘voorkeurshand’ krijgt de leiding en de andere hand mag assisteren.

Bij de bovenstaande hersen- en hand-oogontwikkelingen is de balans tussen hoofd, hart en handen essentieel. Om dat te stimuleren of zichtbaar te maken, kun je klei en verf goed inzetten. Tijdens het kleien of verven staan de handen en ogen continu in verbinding met de hersenen: welke kleur zie ik? Wat gebeurt er als ik deze kleuren door elkaar meng? Hoe voelt het materiaal? Wat gebeurt er als ik mijn vinger in de klei duw? En wanneer één hersenhelft en één hand gaan domineren, zie je dat terug in het klei- en verfgedrag van het kind. In groep 1 kliedert het kind misschien nog lekker met beide handen in de vingerverf. Aan het einde van groep 2, schildert het misschien vaker alleen nog met de rechterhand. Dit kun je ook stimuleren. Vraag het kind bijvoorbeeld eens of het een handeling wil laten zien met beide handen. Kan hij of zij het ook met links? En met rechts?

 

 

Het leerproces

De mate waarin de hersenen zich ontwikkelen is heel belangrijk voor het leerproces. Hoe beter je hersenen ontwikkeld zijn, hoe makkelijker die iets kunnen leren of onthouden. De fijne motoriek speelt hierin ook een essentiële rol. Expert Ingrid Bunnik zegt hierover: "wanneer je iets met je handen grijpt, ga je het beter begrijpen." Creatieve materialen helpen daarbij. Uit onderzoek blijkt dat wanneer je leerlingen klei in de handen geeft als je iets uitlegt, ze de informatie beter in zich opnemen. Met klei in hun handen voelen de leerlingen meer rust en zijn ze in hogere mate geconcentreerd. Stel je eens voor hoe krachtig klei of verf dan kan zijn wanneer je het inzet bij kernvakken. De handen zijn druk met verf of klei, terwijl de hersenen geconcentreerd en geactiveerd zijn. Niet alleen de gemiddelde leerlingen, maar juist leerlingen die op wat voor manier dan ook extra aandacht nodig hebben, kunnen hier enorm van profiteren.

Leren met je handen!

Klei en verf zijn hele krachtige materialen. Daarom hebben wij samen met speltherapeuten en onderwijskundigen een groot aantal lesideeën ontwikkeld waarin ‘leren met je handen’ centraal staat. Tijdens deze lessen zet je klei, verf of speelzand in bij taal, rekenen of wereldoriëntatie. Jouw leerlingen leren sorteren, cijfers en letters vormen, keersommen maken of de betekenis van spreekwoorden en gezegdes met verf of klei. Zo heb je samen met jouw klas heel veel plezier aan het leren van de lesstof.

Bronnen Leren met je handen

Ontwikkelingslijnen verf en klei

In elke ontwikkelingsfase die jouw leerlingen doorlopen, kunnen klei en verf net een andere rol spelen. Het is goed om dit scherp in beeld te krijgen. Zo kun je aan de klei- en verfwerkjes van jouw leerlingen aflezen in welke fase ze zitten en hoe klei en verf helpen om het beste in hen naar boven te halen. Hieronder lees je meer over de ontwikkelingslijnen voor verf en klei. 

 

Ontwikkelingslijn klei

Groep 1 & 2: ervaren

Voor jonge kinderen zijn de fases van de hersenrijping bepalend voor de manier waarop je klei inzet. Voor hen is symmetrie in bewegen belangrijk. Klei rollen is een typische grof motorische beweging die de symmetrische ontwikkelingsfase stimuleert. Pas na deze fase zijn kinderen eraan toe om hun handen afzonderlijk van elkaar te gebruiken.

In de kleuterfase is de zintuigelijke ontwikkeling essentieel voor kinderen om hun lichaam en de omgeving goed waar te nemen en te ontdekken. Daarnaast zijn ze tijdens deze fase extra gevoelig voor kleuren. Ook het tactiele waarnemen wordt met kleien op een leuke manier gestimuleerd. Alles gaat om het ervaren van het materiaal: hoe voelt klei en wat kun je ermee?

Groep 3, 4 & 5: ondersteunen

Klei kan in deze fase een belangrijke ondersteunende rol spelen. Kinderen leren met behulp van klei verschillende vaardigheden aan elkaar te koppelen, terwijl hun motoriek nog steeds gestimuleerd wordt. Daarnaast ondersteunen de kleuren van de klei en het kleien zelf de creatieve ontwikkeling van het kind. De kleurkeuze kan bijvoorbeeld ook iets vertellen over de emoties van het kind.

Daarom is klei in deze periode een effectief hulpmiddel om het leerproces een boost te geven. Een paar voorbeelden van hoe je het kan inzetten zijn het vormen van cijfers, letters en woorden tot het kleien van klokken en menselijke figuren. Zo leren kinderen de wereld om hen heen begrijpen met klei.

Groep 6, 7 & 8: verdiepen

In de bovenbouw kun je klei gebruiken om zicht te krijgen op de vaardigheden van jouw leerlingen. Tegelijkertijd kan klei helpen om die vaardigheden verder te ontwikkelen. In de bovenbouw blijft de motorische ontwikkeling belangrijk, vooral de fijne motoriek. Door jouw leerlingen met klei aan de slag te laten gaan, stimuleer je ook die motoriek.

Je kunt klei inzetten bij lessen op verschillende gebieden en voor verschillende (leer)doelen, zoals het ontwikkelen . Maar je kunt klei ook gebruiken als aanvullend materiaal bij de lesmethode die je gebruikt. Leren de leerlingen rekenen met schaalverdeling? Laat ze bijvoorbeeld eens een huis kleien op schaal. Zo stimuleer je het leerproces op een krachtige manier. 

Ontwikkelingslijn verf

0 tot 2,5 jaar: de energetische fase of krabbel-/krasfase

De kinderen vullen bladeren met strepen en kleur. Ze stimuleren hiermee hun grove motoriek en uiten hun creativiteit.

2-3 jaar: maken van cirkels

De krassen veranderen langzaam in rondere en kleinere vormen, zoals cirkels en bolletjes. Het kind wordt zich langzaam bewust van zichzelf en de wereld om zich heen.

3-4 jaar: koppoterfase

Kinderen leren om figuren te tekenen of schilderen waarbij het hoofd direct aan de benen wordt getekend. Daarbij ontstaan allerlei basisvormen, zoals streepjes als haren en armen met harkjes. Kinderen zijn in deze fase nog aan het zoeken: ze willen de buitenwereld ontdekken. Dat zie je terug in de werkjes.

5 jaar: dwarrelfase

Er is nog geen boven- of onderkant van het werk te onderscheiden. Kinderen krijgen wel een beeld van wat ze willen tekenen en reflecteren beter op hun werk. Ze krijgen meer voorstellingsvermogen en bedenken soms verhalen bij de tekening. Tijdens deze fase ontstaan meer basisvormen, zoals vierkanten en driehoeken.

6-7 kaar: schoolkindfase

Werkjes krijgen een boven- en onderkant, bijvoorbeeld hemel en aarde. In deze fase ‘landen’ zwevende objecten en wordt er steeds meer detail toegevoegd. Kinderen gaan zich steeds meer realiseren hoe groot de wereld is. Door begrenzing van de werkjes met een boven- en onderkant ontstaat (sociaal) houvast. Je kunt tijdens deze fase goed aflezen hoe een kind zich voelt. Later ontstaan er ook meer zijaanzichten.

8 jaar: vermoeidheidsfase

Kinderen willen realistischer tekenen en worden kritischer op hun werk. Ze vinden het moeilijk om dat wat ze in hun hoofd hebben goed op papier te krijgen. De kinderen vragen ook vaker hoe ze iets moeten doen om het goed te doen. Ze lijken een beetje ‘moe’ van het tekenen te zijn. De ontwikkeling lijkt stil te staan. Humor kan helpen om de kinderen meer zelfvertrouwen te geven.

9 jaar: dieptefase

Vanaf ongeveer 9 jaar zijn de ogen zo ver ontwikkeld dat het kind diepte gaat zien. Kinderen proberen dit terug te laten komen in hun werk. Er worden objecten voor of achter elkaar getekend. Vaak klopt het perspectief nog niet, maar er worden wel meer details getekend. Soms leidt dit tot een hele andere stijl dan in eerdere fases.

10-12 jaar: geometrische fase

Er ontstaat een focus op strakke, geometrische vormen en lijnen. Tekenen in perspectief en detail worden steeds belangrijker. De kinderen hebben er behoefte aan om dieren en mensen in de juiste proporties af te beelden.

De leerlijn verf is ontwikkeld met Bauk Zwaan

Enthousiast geworden?

Ga meteen aan de slag met onze lesideeën.

 

Bekijk leskaarten